Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Elke [1]wijze vrouw [2]bouwt haar huis; maar [3]die zeer dwaas is, breekt het af met [4]haar handen. 1. Hebreeuws, de wijze der vrouwen; dat is, zo wie onder de vrouwen wijs is. Vergelijk Gen.47:3; Job 12:7, en onder vs.9. 2. Te weten, door hare kinderen godvruchtig op te brengen, hare dienstboden wijselijk te regeren, en den gansen staat des huisgezins in goede orde te houden. Alzo is het woord bouwen genomen, onder hfdst.24 vs.3. 3. Hebreeuws, de dwaasheid; dat is, zeer dwaas, alsof hij zeide: die de dwaasheid zelve is. Zie Job 35:13. 4. Dat is, met haar doen en laten. Alzo wordt de vergelding der handen genoemd hetgeen iemand voor zijn doen en laten vergolden wordt; Jes.3:11.